· 03:41
Ik ben Elisabeth. Ik word geboren als dochter van de koning en koningin van Hongarije. Als ik vier ben worden er al trouwplannen voor mij gemaakt. Als kleuter verhuis ik naar de Wartburg in Eisenach, het kasteel van mijn schoonfamilie. Ik groei dus samen op met mijn aanstaande man Lodewijk. Als ik 14 ben trouw ik met hem. We zijn echt gelukkig en krijgen drie kinderen.
Met mijn schoonmoeder is de match niet zo best. Ik houd niet van de weelde van het kasteelleven en leef liever sober. In 1223 vestigen zich Franciscanen in Eisenach. Ik vind hen echt onwijs interessant. Ik besluit dat ik graag hun idealen wil volgen. Tot onbegrip van mijn schoonmoeder, zij vindt het helemaal niks dat ik zo eenvoudig en vroom wil leven. Ik trek me daar weinig van aan. Dagelijks eten er 20 arme mensen mee, en ik neem zelfs zieken mee naar het kasteel om hen daar te verzorgen. Mijn familie en de bedienden schrikken zich rot!
Zelfs mijn man vindt het wat te ver gaan. In 1226 is er een hongersnood, en ik bak broden, die ik op straat uitdeel aan arme mensen. Lodewijk verbiedt het me, maar hoe kan ik die mensen nou honger laten lijden? Op een dag kom ik hem tot mijn schrik tegen terwijl ik brood aan het uitdelen ben. Maar als hij vraagt wat ik in mijn mand draag, en ik hem open, liggen daar geen broden meer, maar een bos rozen.
Als mijn man in 1227 meegaat op kruistocht, overlijdt hij aan de pest. Ik ben enorm verdrietig. De wereld en alles wat het leven aangenaam maakt, is nu dood voor mij. Mijn zwager vraagt me ten huwelijk, maar dat wil ik niet, ik heb toch eeuwige trouw aan Lodewijk beloofd? Hij neemt me mijn kinderen af, mijn schoonfamilie is boos en de sfeer op het hof daalt naar het absolute nulpunt. Na een jaar vertrek ik naar slot Marburg.
Ondanks deze ellende besluit ik er het beste van te maken. Ik kan nu eindelijk als kloosterling gaan leven, dat past me tenslotte toch beter. Ik treed in tot de derde Orde van Franciscus en laat een Franciscaans ziekenhuis bouwen bij Marburg. De rest van mijn leven zorg ik daar voor de zieken. Na mijn dood zouden er nog talloze ziekenhuizen naar mij vernoemd worden.
Elizabeth, je werd maar 24 jaar oud. Maar jouw leven en goedheid maken een diepe indruk op de mensen om je heen. Al in 1235, een paar jaar na je overlijden, wordt je heilig verklaard door Paus Gregorius IX.
Debbie van Miltenburg, dierverzorger op de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren, staat model voor je. De dierenhokken zijn voor de tekening vervangen door een ziekenhuisbed.
Sabine de Rijk gaf jou een stem. Naast haar studie werkt ze al jaren in een bakkerij en voorziet ze Vleuten van brood.
Details van aflevering bekijken
Luister naar Toegewijd - heilige levensverhalen met een van de vele populaire podcasting-apps of directories.