Ik, Augustinus, word geboren in Thagaste, wat nu Algerije is. Mijn ouders zijn niet rijk, maar hebben veel voor mij over, en doen echt hun best om mij een goede opleiding te geven. Mijn moeder Monica is nogal gelovig- en ik niet. Ik leef er aardig op los, en zij vindt dat behoorlijk ingewikkeld. In 372 word ik vader van een zoontje, van mijn vriendin, die net als ik een jaar of 17 is.
Ik ga filosofie studeren in Rome. Ik werk aan de vraag waar het kwaad vandaan komt, en vind antwoorden in het manicheïsme en later het neoplatonisme. Ik doe dat kennelijk goed, en word in 384 benoemd tot staatsretor aan het keizerlijk hof in Milaan! Daar ontmoet ik ook bisschop Ambrosius, een hele interessante man. En wat mijn moeder niet was gelukt, lukt hem wel: hij stelt dat de Bijbel ook symbolisch gelezen moet worden, en niet alleen letterlijk. Daardoor worden mijn rationele bezwaren tegen dat geloof weggenomen. Maar het geloof raakt mij pas echt als ik worstel met de implicaties ervan en ik buiten een kind hoor zingen. ‘Tolle lege’, zingt het kind steeds: neem en lees. Ik sta uiteindelijk op om mijn bijbel te pakken, en sla deze open in Romeinen. Daar staat: ‘bekleedt u met de Heer Jezus Christus en laat u niet meeslepen door uw aardse natuur met haar begeerten’. Daarmee stroomt een licht van zekerheid binnen en verdwijnen mijn laatste twijfels.
Met een paar vrienden keer ik terug naar mijn geboortegrond, en sticht daar een klooster. Ik trek me terug en heb jarenlang de bijbel bestudeerd. In 391 word ik tot priester gewijd, en ik word zelfs bisschop van Hippo. Maar ik blijf mijn eenvoudige kloosterleven volhouden, en nog steeds leven veel kloosterordes volgens de regels die ik toen geschreven heb.
Ik ben nogal productief. Ik heb veel boeken en preken geschreven, die bijvoorbeeld Thomas van Aquino en Johannes Calvijn beïnvloed hebben. Filosofen als Immanuel Kant, Friedrich Nietsche en Arthur Schopenhauer zouden mijn schrijven over de menselijke wil later verder uitwerken.

Ik teken je daarom met een boek onder de arm. En ook omdat je de metafoor ‘het Boek der Natuur’ gebruikt. Je bedoelt daarmee dat de natuur -ook door ongeletterde mensen- naast de Bijbel gelezen kan worden als bron van kennis over God.
Ibrahim Sanoussi gaf jou zijn stem.
Rapper Boef heeft model voor je gestaan vanwege zijn Algerijnse roots. Hij grijpt met zijn hand naar zijn hart want, zoals je zei ‘rusteloos is mijn hart in mij, tot het rust vindt in u’.